Maashorst

Beemdkroon

Beemdkroon, Knautia arvensis

Ik, beemdkroon (Knautia arvensis), ben een fantastische tuinplant met zachtgeurende bloemen die veel insecten aantrekken en van mei tot in de herfst bloeien. Ik ben een overblijvende plantensoort uit de kamperfoeliefamilie en wordt meestal zo'n 50-70 cm hoog. Mijn botanische naam luidt 'Knautia" omdat ik ben vernoemd naar de Duitse arts en plantkundige Christian Knaut.

Ik ben een zonminnende soort en in Nederland  en BelgiĆ« ben ik hoofdzakelijk te vinden op zandige bodems. Ik groei prima in tuinaarde die zelfs licht vochtig mag zijn. In tuinen ben ik goed te combineren met avondkoekoeksbloem, gewone margriet, muskuskaasjeskruid, wilde bertram, lange ereprijs, wilde chichorei en knoopkruid. Uitgebloeide bloemen kun je afknippen en zo blijf je mijn bloei stimuleren tot ver in de herfst.

Mijn bloei is rijk en langdurig en mijn lila-violetkleurige bloemen lijken op de bloemen van duifkruid. Ze bevatten ook nog eens veel nectar die ook toegankelijk is voor insecten met een korte tong. Diverse soorten wilde bijen hebben een voorkeur voor mijn bloemen, waaronder de blauwzwarte houtbij en de breedbandgroefbij. De knautiabij (Andrena hattorfiana), die nog maar op een paar plekken in Nederland leeft, is zelfs afhankelijk van mijn bloemen. Ook vlinders vinden mijn bloemen aantrekkelijk, zoals dagpauwoog,  oranje luzernevlinder, kleine parelmoervlinder, resedawitje, koolwitjes en ook de koninginnenpage.

Het zaad dat zich na de bestuiving ontwikkeld, is een soort nootje waaraan een oliehoudend aanhangsel zit dat geliefd is bij de mieren. Zij verslepen het aanhangsel met de zaadjes en zorgen zo onbewust voor verspreiding. 



 

Koninginnenkruid

Koninginnenkruid, Eupatorium cannabinum

Ik, koninginnenkruid ben een overblijvende plant en behoort tot de composietenfamilie. Mijn naam is een verbastering van het Duitse Kunigundenkraut, vernoemd naar de heiligverklaarde Kunigunde van Luxemburg. Zij leefde van 980 tot ongeveer 1033 en was de beschermheilige van zieke kinderen. Vroegere Nederlandse (volks)namen zijn leverkruid en ook leverbloem omdat ik al in vroegere tijden medicinaal werd aangewend bij leverziektes, zoals geelzucht. Mijn blad lijkt op het blad van hennep, vandaar de soortaanduiding Cannabis savita (hennepachtig). 

Ik groei van nature het best op een redelijk vochtige bodem die organisch materiaal bevat. Mijn forse en robuuste stengels met een hoogte tussen de 50 - 150 cm zijn behaard en enigszins roodachtig. Ik ben een zonminnende plant maar kan ook wel in lichte schaduw groeien.

Kenmerkend aan mijn groei zijn mijn wollige, schermvormige pluimen. Elke pluim bestaat uit talrijke kleine bloempjes van lila tot bleekroze. Mijn bloempjes ruiken aromatisch en enigszins honingachtig en mijn bloeitijd ligt tussen eind juni en september. Mijn bloemen zijn erg in trek bij wilde bijen, hommels, zweefvliegen en andere insecten. Veel soorten vlinders weten mijn bloemen ook te vinden zoals atalanta, dagpauwoog, landkaartje, distelvlinder, citroenvlinder en kleine vos. Ik ben ook de waardplant voor Spaanse vlag en voor verschillende soorten kool- en kokermotten. Er bestaan ook diverse cultivars van Eupatorium waar insecten weinig profijt van hebben.

In de tuin heb ik wel veel ruimte nodig, in een border ben ik goed te combineren met moersspirea, grote kattenstaart, echte valeriaan, wilde chichorei, wilde bertram en lange ereprijs. Ik plant me zowel generatief als vegatief voort, ben winterhard en mijn uitgebloeide droge stengels knip je het best in het voorjaar af.