Daslook, Allium ursinum.
Sieruien (Allium) zijn er in diverse soorten en deze vaak kleurrijke cultivators worden veel verkocht voor in tuinen. In Nederland zijn ook diverse soorten Allium in het wild te vinden, waarvan bieslook en daslook de bekendste zijn.
Ik, daslook, ben een overblijvende plant uit de narcisfamilie en in Nederland wettelijk beschermd. Ik word zo’n 20-40 cm hoog en mijn blad is lancetvormig en aan de bovenkant glanzend.
Mijn bloemen staan in losse, bolvormige schermen en zijn prachtig zuiver wit. Ze geuren naar knoflook en ui, evenals het bladwanneer het wordt gekneusd. Ik bloei hoofdzakelijk van april tot begin juni en ben een aantrekkelijke bijenplant die zowel nectar als stuifmeel levert. Ook word ik bezocht en bestoven door (zweef)vliegen, kevers en dag- en nachtvlinders.
Ik kan, net als lievevrouwebedstro, hele tapijten vormen die tijdens de bloei een uitbundig voorjaarsaspect geven. Ik heb duidelijke voorkeur voor vochthoudende, voedsel- en humusrijke kalkhoudende bodems. In het wild groei ik met name in hellingbossen, holle wegen, onder heggen en in struwelen.
Van oudsher werd ik al door de Kelten en de Romeinen gewaardeerd en aangewend als geneeskrachtige plant, onder andere tegen verkoudheid, griep en keelpijn.
Zowel de bovengrondse als de ondergrondse delen van mij zijn eetbaar. Mijn (jonge)blad, geoogst voor de bloei, smaakt heerlijk op brood en kaas. Je kunt er ook een prima pesto van maken of het blad verwerken in salades, soepen, boter, kwark en kaas. Ik word nog weleens verward met het giftige lelietje-van-dalen, maar er zijn duidelijk verschillen. Het meest duidelijk zijn de verschillende bloeiwijzen en mijn knoflookgeur, die het lelietje niet heeft.
Ik ben een aantrekkelijke, laagblijvende plantensoort voor de tuin, bijvoorbeeld onder loofbomen en onder struiken en heggen die (lichte) schaduw bieden en waar de grond niet te droog wordt. Ik ben bodem bedekkend, ken een rijke bloei en kan sterk uitbreiden – ik kan zelfs zevenblad verdringen – maar overtollige planten kunnen in het voorjaar prima worden geoogst. In tuinen ben ik bijvoorbeeld goed te combineren met inheemse soorten als gele dovenetel, lievevrouwebedstro, gevlekt longkruid, bosandoorn, bosanemoon, slanke sleutelbloem, gewoon speenkruid en wilde akelei.