Grote muur, Stellaria holostea
Ik, grote muur ben een vaste overblijvende plant uit de anjerfamilie. Mijn vroegere naam was grootbloemige muur, die ook logischer was omdat ik de grootste helderwitte bloemen heb van het geslacht Stellaria. Mijn bloemen zijn met 1-3 cm tamelijk groot en lijken qua vorm een beetje op die van echte koekoeksbloem, ook een soort uit de anjerfamilie. Mijn bloemen met een hoogte van 15 tot 50 cm staan tijdens de bloeitijd rechtop, maar na de bestuiving krommen de bloemstelen, zodat zij dan naar beneden gekeerd zijn. De bloeitijd begint meestal in april en duurt tot in juni. Ik kan zo gemakkelijk grote tapijten vormen die met name tijdens rijke bloei opvallen, net als het zonminnende Mexicaans madeliefje.
Ik groei bij voorkeur op vrij zonnige tot licht beschaduwde plekken en in de halfschaduw. De bodem kan droog tot vochtig zijn, van enigszins voedselarm tot voedselrijk en beetje zuur tot neutraal. Verder moet de bodem wat stikstof en humus bevatten. Ik groei van nature in lichte loofbossen aan bosranden, in heggen, struwelen en houtwallen, in beschaduwde bermen en aan waterkanten. Op deze natuurlijke groeiplaatsen kun je ook soorten als bosanemoon, daslook, gele dovenetel, bosvergeet-mij-nietje, slanke sleutelbloem en gewone salomonszegel tegenkomen. Een echte liefhebber van de nectar in mijn bloemen is het landkaartje, een vlinder die in het voorjaar een prachtige verschijning is.
Mijn botanische naam Stellaria komt van het Latijnse ‘stella’ wat ster betekent en betrekking heeft op mijn stervormige bloemen. De helderwitte bloempjes lichten in de schemer aan de bosranden op en dat boezemde angst in. Daarom werd ik, hoe onschuldig ook, verbonden met de duivel en met slangen (ik ga bloeien als de slangen uit hun winterslaap komen).
Aan de andere kant werd ik verbonden met de ster van Bethlehem en met Maria, om het duivelse element af te weren. Boeren keken s’morgens naar mijn bloempjes om er hun werk op af te stemmen. Waren mijn bloempjes geopend, dan bleef het droog. Waren ze gesloten, dan zou er regen komen.
Ik ben een rijkbloeiende soort die zeer goed toepasbaar is als bodembedekker voor niet te droge grond in lichte tot halfschaduw. Ik kan flink uitbreiden maar ben goed in toom te houden. Ik vermeerder me zowel generatief (zaad) als vegetatief met worteluitlopers.
In een (bos)tuin ben ik bijvoorbeeld goed te combineren met inheemse soorten als gevlekte, gele en witte dovenetel, speenkruid, bosanemoon, gevlekt longkruid, maarts viooltje, bosaardbei en lievevrouwebedstro. Wil je mij in de tuin, dan kun je het beste wat goede zaden kopen of een plant in pot bij de schaarse aanbieders aanschaffen.