Lange Ereprijs, Veronica longifolia.
In Nederland ben ik, lange ereprijs, een vrij zeldzame en daarom ook een beschermde inheemse plant. Ik ben een overblijvende plant uit de weegbree familie en word 60 tot 120 cm hoog. Het is een groot geslacht met wereldwijd ruim 500 soorten, waarvan in Nederland en België ruim 20 wilde soorten. Er worden ook veel gekweekte varianten (cultivars) verkocht, van wit tot donkerroze. Ik lijk op aarereprijs (Veronica spicata), een niet-inheemse soort die op verschillende plekken is verwilderd.
In Nederland kom ik in het wild nog maar op enkele plaatsen voor, onder meer in het stroomgebied van de Overijsselse Vecht, de Dinkel en de Dommel. Andere wilde plantensoorten die je inmijn biotoop kunt vinden, zijn o.a. gewone smeerwortel, moeras-vergeet-mij-nietje, grote wederik, heelblaadjes, grote kattenstaart, poelruit, echte valeriaan en moerasandoorn.
Ik heb mooie rechtopstaande stengels die soms aan de top zijn vertakt. De bloeiwijze bestaat uit dichte, aarvormige trossen van kort gesteelde bloempjes. Mijn prachtige intens (hemels)blauwe bloemaren – die soms ook wit zijn – kunnen wel 15 cm. Lang worden en zijn erg geliefd bij hommels. Vooral aardhommels komen op mijn nectarrijke bloemen af. Aardhommels hebben in verhouding een vrij korte tong (gemiddeld 6,7 mm) en nestelen in de aarde, vaak in oude muizennesten of mollengangen die wel tot 1,5meter diep kunnen liggen.
De wordtels bestaan uit korte, ondergrondse uitlopers en mijn blad is niet gevoelig voor meeldauw. Mijn blad sterft in de winter geheel af, maar ik loop vroeg in het voorjaar weer uit.
Ik ben een echte zomerbloeier – juni tot en met augustus - en een geweldige aanwinst in de tuinen. Ik verlang een standplaats met zon tot lichte schaduw op een grond die niet te droog mag zijn. In combinatie met andere soorten vraag ik wel ruimte, zodat ik goed kan groeien. In tuinen ben ik bijvoorbeeld goed te combineren met wilde bertram, wilde chichorei, grote kattestaart, koninginnekruid, beemdkroon en muskuskaasjeskruid.
Margriet, Leucanthemum vulgare
Ik, de margriet, beter bekend als gewone margriet, ben een bekende wilde plantensoort en maak deel uit van de composietenfamilie Asteraceae. Ik ben een overblijvende plant en word 30 – 60 cm hoog. Uit onderzoek is gebleken dat ik al sinds de bronstijd in deze omgeving aanwezig ben. In Nederland en België kom ik nog vrij algemeen voor, met uitzondering van het noordoosten.
Mijn bloemen zijn wit met een geel hart en ik bloei van mei t/m augustus, soms met een uitloop tot in september. In het openbaar groen ben ik een aantrekkelijke en beeldbepalende soort.
Zoals bij veel soorten van de composietenfamilie zorgen mijn randbloemen ervoor dat de bloeiwijze voor insecten goed zichtbaar is. Voor een mensenoog is de kroon van mijn lintbloemen wit. Voor bijen hebben de bloemen echter de kleur ‘bijenblauwgroen’. Hierdoor vormen ze een kleurencontrast met de gele buisbloemen in het midden.
De kroon van mijn buisbloemen is kort en daardoor is de nectar ook voor insectensoorten met een korte tong gemakkelijke toegankelijk. Veel insecten verzamelen dan ook nectar en (oranje)stuifmeel van mijn bloemen, waaronder wilde (solitaire)bijen (groefbijen, maskerbijen en grasbijen en hommels), kevers, (zweef)vliegen en ook diverse vlinders.
Ik ben een gemakkelijke en rijkbloeiende plant voor in de tuin. Ik gedij op enigszins droge tot zelfs wat vochtige bodems di vrij open moeten zijn, aangezien ik erg van zon hou. De bodem mag niet te voedselrijk zijn. In de tuin ben bv te combineren met veldsalie, knoopkruid, gele kamille, lange ereprijs, beemdkroon, wilde chichorei, dagkoekoeksbloem en avondkoekoeksbloem.
Ik ben ook een prima snijbloem voor in boeketten, want ik blijf lang goed op de vaas. Er zijn ook gekweekte vormen met grotere bloemen en kleurvariëteiten. Je vindt deze grootbloemige variëteiten vaak terug onder de verzamelnaam Chrysanthemum.