Maarts viooltje, Viola odorata.Mensen zijn dol op violen en er worden tegenwoordig allerlei kleurvariaties gekweekt en aangeboden. Ik, het inheemse maarts viooltje, ben een overblijvende plantensoort en ben de allereerste onder de viooltjes die in het vroege voorjaar gaat bloeien. Mijn prachtige violetkleurige bloemen geuren fantastisch en ik word derhalve ook wel welriekend viooltje genoemd (odorata betekent welriekend).
Vroeger werd ik al als sierplant in tuinen aangeplant en traditioneel gebruikt voor reukwaters en siropen. Voor de parfumindustrie werd ik op grote schaal gekweekt. Mijn bloemen en bladeren zijn ook eetbaar, niet alleen om een salade kleur te geven, maar juist ook om de smaak nog lekkerder te maken.
Ik ben een laagblijvende plant die zo'n 15 cm hoog kan worden. Ik hou van matig vochtige schaduwrijke standplaatsen, alhoewel ik wel wat zon op prijs stel, ofwel vroeg, ofwel laat op de dag. Van nature groei ik op losse, luchtige, lemige of zandige, humeuze en voedselrijke bodes. Qua zuurgraad kan ik heel wat variatie aan maar vooral op kalrijke gronden kan ik rijkelijk voorkomen.
Ik bloei van maart tot mei en mijn bloem heeft vijf kroonblaadjes, waarvan het onderste een spoor draagt waarin nectar wordt gevormd. Mijn bloemen hebben zeer veel nectar, maar omdat ze zo vroeg in het voorjaar opengaan, wanneer het nog koud is en er doorgaans geen wilde bijen en vlinders vliegen, worden ze vrijwel nooit bestoven. Eerder zal er zaad gevormd worden in het najaar door de secundaire bloemen die tussen de bladeren verschijnen en zelfbestuivend zijn. Er verschijnen dan bolvormige, behaarde doorvruchtjes waarin kleine, harde, ronde zaadjes zitten.
In de regel vermeerder ik me voornamelijk door stengeluitlopers waarmee ik flink kan uitbreiden. De uitlopers ontstaan na mijn bloeitijd en zullen pas het volgend jaar bloemen dragen. Voor verdere verspreiding kun je mij het beste na de bloei scheuren.
In tuinen ben ik goed toepasbaar als lage, vaak groenblijvende bodembedekker, maar ik kan niet op tegen woekerende buurplanten. In tuinen ben ik bijvoorbeeld goed te combineren met inheemse soorten als lievevrouwebedstro, gevlekt longkruid, bosaardbei, bosanemoon, slanke sleutelbloem en wilde akelei.