Mijn botanische naam Malva is afgeleid van het Griekse malache/malachos dat zacht of weekmaken betekent. Dit heeft te maken met de slijmstoffen in mij die verzachtend werken en die als middel tegen hoest werd gebruikt. De Nederlandse naam kaasjeskruid staat in verband met de vorm van de vruchtjes die enige gelijkenis vertonen met een (half) rond plat kaasje. Muskus verwijst naar de lichte muskusgeur die de bloemen afgeven.

In de oudheid was ik reeds een bekend medicinaal kruid. Hildegard von Bingen noemde Malva, maar zij raadde af om mij rauw te gebruiken. Ook werden bloemen en bladeren in water gelegd om de slijmstoffen te trekken en met deze gelei werd een schrale huid ingesmeerd. De slijmstoffen hebben een prikkeldempende werking.

Ik ben een uitbundig bloeiende plant voor sier- en kruidentuin met aantrekkingskracht voor bijen en vlinders. Ik ben een waardplant voor de distelvlinder en ik word door vogels bezocht: putters en groenlingen vinden mijn zaden lekker.

Ik doe het goed op matig voedselrijke grond met een voorkeur voor wat open plekken die zonnig tot licht beschaduwd zijn. In tuinen ben ik goed te combineren met o.a. avondkoekoeksbloem, wilde chicorei, beemdkroon, lange ereprijs en koninginnekruid. Ik ben ook een prima soort voor geveltuinen en wegbermen. Ik wordt ook gekweekt in verschillende variëteiten (Malva moschata en Malva sylvestris), o.a. met witte bloemen die soms spontaan bij de wilde vorm voorkomen.